Hier een paar feitjes:
Een kleur die mat wordt is eigenlijk poreus geworden.
Als je onder de microscoop kijkt dan zul je allemaal gaatjes zien.
Zijde-glans en mat-lak is gewoon het poreuzer maken van lak.
Het (zon)licht dat op de lak valt wordt gebroken door de poreuze ondergrond , het licht wordt gebroken teruggekaatst en we zien dit als niet blinkend of wel : mat.
Hoe dichter of strakker of minder poreus de ondergrond is hoe beter het licht wordt teruggekaatst, hoe blinkender de lak zal zijn.
(Donkere kleuren zullen vaker als meer blinkend worden ervaren omdat donkere kleuren licht absorberen , terwijl lichtere kleuren licht juist meer weerkaatsen. Je wordt dus door in een witte kleur te kijken eigenlijk verblindt)
Matte lak is dan ook het minst sterk en zal gauw vies worden omdat deze het meest poreus is.
(dit is ook de reden dat bij buiten schilderswerk zijdeglans en bij voorkeur hoogglans aanbevolen wordt)
Het wit worden van de lak (denk aan rood en blauw) komt door de weersinvloeden(UV zonlicht)die de pigmenten van de lak aantasten, de bovenlaag van de lak verkleurd hierdoor.
Oppoetsen is een tijdelijke oplossing, men verwijderd de bovenlaag en brengt poetsmiddel aan in de porieen van de poreuze lak.
Na verloop van tijd zal de verkleuring zich weer voordoen.
Tegenwoordig worden daarom de meeste personenauto's dan ook met een blanke laklaag afgespoten, hierin zitten veel minder pigmenten. Verkleuring zal zich daarom ook bijna niet meer voordoen.